Verbindende communicatie...Hoe dan precies?



Niet oordelen!

Wanneer je oordeelt, dan laat je aan de ander doorschemeren dat je vindt dat de ander het niet goed doet of verkeerd handelt, omdat het niet in overeenstemming met jouw waarden is.

Vormen van oordelen zijn bijvoorbeeld:

  • vergelijkingen
  • beoordelingen
  • beschuldigingen
  • beledigingen
  • vernederingen
  • etiketten
  • kritiek

Als je oordeelt, komt dat vanuit ideeën over goed en fout, normaal en abnormaal, verantwoordelijk en onverantwoordelijk, intelligent en dom etc. en analyseer je (de gedragingen van) de ander en jezelf (!) dus om ze meteen te classificeren en in hokjes te plaatsen.

Je drukt een stempel op de ander. Je vindt dat er iets mis is met zijn of haar gedrag. En dat vind je soms ook ten aanzien van jezelf.


Focus op de behoeften van jezelf en de ander!

Je hebt in je leven bepaalde waarden die voor jou belangrijk zijn. Op basis van die waardeoordelen oordeel je over anderen en hun gedrag als die daarmee niet overeenkomen.

Beter is het wanneer je leert om te communiceren op een manier dat je je behoeften en waarden direct tot uitdrukking brengt. Dat leidt tot minder geweld.

Geweld, zowel verbaal, psychologisch als fysiek, ontstaat vaak doordat jij de ander als "verkeerd" ziet! En dan sta je niet meer open voor zijn of haar gevoelens, angsten, behoeften, verlangens, etc. Ook je eigen kwetsbaarheid zie je dan niet meer.


Neem je verantwoordelijkheid!

Je bent, voor zover je kan spreken van een 'vrije wil', zelf verantwoordelijk voor je eigen gedachten, gevoelens en daden.

In hoe je vaak communiceert, bijvoorbeeld door het gebruik van uitspraken als 'ik moet ...' en  '... maakt dat ik me ... voel', leg je de verantwoordelijkheid daarvoor juist buiten jezelf.

Je zegt dan eigenlijk dat jij zelf niet verantwoordelijk bent voor je gevoelens en je handelingen/acties.


Voorbeelden van factoren die buiten jezelf liggen:

  • daden van anderen ("Ik trok aan zijn arm, omdat hij de verkeerde kant op rende.")
  • groepsdruk ("Al mijn collega's deden dat toen.")
  • voorschriften van mensen 'boven' je ("Mijn werkgever wilde dat ik die klant afwimpelde.")
  • beleid, regels en voorschriften ("Je moet een mondkapje dragen, want dat zijn nu eenmaal de regels.")
  • je conditionering, een diagnose, je persoonlijke of psychologische verleden ("Ik sport niet, omdat ik rugpatiënt ben.")
  • geslachtsrollen, leeftijdsrollen, sociale rollen ("Ik heb er een hekel aan, maar ik moet wel als echtgenote en moeder.")
  • oncontroleerbare prikkels ("Ik kon het echt niet laten.")
  • vage, onpersoonlijke krachten ("Ik vond dat het moest.")

Herkenbaar? Vast wel!


Stel geen eisen... Uit je verlangens!

Een verzoek komt in de praktijk geregeld over als een eis.

Je uit het verzoek dan met de verwachting dat de ander daaraan voldoet of de ander voelt aan door de manier waarop het gezegd wordt dat er beschuldiging of bestraffing volgt als er níet aan wordt voldaan.

Je probeert de ander dus naar jouw hand te zetten en je gebruikt je machtspositie om dat voor elkaar te krijgen.

Helaas voor jou, maar dit gaat niet werken!

Accepteer dat het niet jouw taak is om andere mensen te veranderen en hun gedrag te vormen!

En het is ook niet aan jou om bepaalde handelingen te belonen of juist te bestraffen.

Dit betekent niet dat het niet belangrijk kan zijn dat mensen veranderen, alleen moeten ze zelf inzien dat die verandering hen ten goede komt. Dus niet dat ze zich anders gaan gedragen uit angst voor straf of afwijzing bijvoorbeeld.


Lastig misschien?




OEFENING

Probeer de 4 elementen van Verbindende communicatie (waarneming-gevoel-behoefte-verzoek) toe te blijven passen in je manier van communiceren (ook die met jezelf !!) en neem bovenstaande kennis daarin mee! In je dagelijks leven doet zich de één na de andere situatie voor om te oefenen, dus je hebt het vast snel onder de knie! Compassievol omgaan met jezelf en anderen. Hoe mooi is dat?