Uitstellen...ben je gewoon lui of bijzonder voorzichtig?

Herken jij bij jezelf uitstelgedrag en heb je daar last van? Je kunt jezelf trainen om minder uit te stellen!


Om te beginnen is het goed om te weten dat uitstellen niet alleen maar gedrag is dat je zou kunnen veranderen, maar dat het ook iets is in je hersenstructuur waardoor de ene persoon meer uitstelt dan een ander.

Voel je er dus niet schuldig over dat jij wel met regelmaat werk of andere taken uitstelt en het een ander lukt om meteen tot actie over te gaan.



Het blijkt dat bij mensen die meer uitstellen de Amygdala gemiddeld groter is.

De Amygdala is een gebied in de hersenen dat emoties als angst controleert en bepaalt wanneer je in de 'vechten, vluchten  of bevriezen' modus komt. (Dit zijn automatische reacties van het lichaam die nog stammen uit de oertijd toen er zich met regelmaat  levensbedreigende situaties voordeden.)

Het lijkt dus dat mensen die meer uitstelgedrag laten zien dit mogelijk doen, omdat ze angstgevoelens ervaren en daardoor niet aan de taken durven te beginnen. En dan lijkt morgen de beste dag...




Maar waarom dan die angst?

Misschien komen er gedachten in je op die vertellen dat het je niet gaat lukken om het werk of de opdracht tot een goed einde te brengen. Je brein maant je dan tot voorzichtigheid, waardoor je er gewoonweg niet aan durft te beginnen.


Hoe kan je met die angst omgaan?

Het is belangrijk dat je een onderscheid maakt tussen je zelfwaardering/eigenwaarde en de uiteindelijke kwaliteit van je taken, je werk.

Leg je focus op de inspanning die je wilt leveren om dat wat moet gebeuren tot een goed einde te brengen.

Het geconcentreerd werken aan de opdrachten zelf geeft je dan een goed gevoel.

Op die manier koppel je de kwaliteit van het eindresultaat niet aan je eigenwaarde, maar juist de weg er naartoe (en je hebt je voor de volle 100% ingezet). Je focust dus op het proces i.p.v. op het resultaat!

Als je een keer minder tevreden bent over je pres(en)tatie, dan voel je je niet een waardeloos persoon.



Wil je toch weten hoe je je to-do-lijstje afgevinkt krijgt binnen de geplande tijd, dan kun je het best zorgen voor concrete doelen en hou die klein. Eén ding tegelijk. Per doel beschrijf je ook de actie die daarvoor ondernomen moet worden. Heel concreet. Maak er dus een uitgebreidere to-do-list van!

Wanneer je doel te groot is, dan kun je er als een berg tegenop zien. Splits je het op in subdoelen met de bijbehorende acties, dan is het behapbaar en zul je jezelf er makkelijker toe kunnen zetten.

Het is goed om jezelf te belonen voor het behalen van één of een paar subdoelen, dat werkt heel motiverend.

Drink bijvoorbeeld met volle aandacht een theetje of een lekkere kop koffie. Of ga even met de beentjes omhoog in de tuin of op je balkon of 'gewoon' op de bank. Daarna weer lekker door met het volgende...

Voor je het weet heb je gewoon lekker gewerkt en is daar opeens...het eindresultaat! En dat is vast goed genoeg!!


OEFENING

Laten we het eens omdraaien. Bedenk eerst voor jezelf wat voor jou een beloning kan zijn. Het liefst natuurlijk meerdere kleine (en beter geen heel ongezonde!) beloninkjes! Maak hier een mooi lijstje van en hang dit in het zicht voor jezelf. Het idee hierachter is dat je jezelf lekker kan maken met ééntje hiervan en alvorens die te innen je iets aanpakt wat je eigenlijk op de lange baan had willen schuiven.


VANDAAG IS EEN HEEL GOEDE DAG VOOR VEEL!! ;)